De pogingen om een gelijkwaardige positie te creëren voor werknemers en zzp’ers lopen vast in het juridische web. Cao-coaches Esther Koot en Huub de Graaff pleiten daarom voor een proef om met vallen en opstaan een uitweg te zoeken via een nieuw soort cao. 

De noodzaak om te komen tot een gelijk speelveld tussen werknemers en zzp’ers is alom bekend. Voorzichtig kondigt de toezichthouder voor mededinging ACM onderzoek aan. Minister Koolmees (sociale zaken) doet zijn best om een geschikte oplossing te vinden. Echter, zolang op hoog internationaal niveau (ILO/Europese Commissie) geen overeenstemming bestaat over de vraag of de zelfstandig werkenden onder de cao mogen worden gebracht, is het voor de Nederlandse wetgever ondoenlijk om stappen te zetten. Daarom moeten we terugvallen op een moreel appèl. Dat luidt: goed werkgeverschap impliceert goed opdrachtgeverschap.

Dit vertrekpunt hoort eigenlijk in iedere cao (minimaal in een intentieverklaring) thuis. Zo zouden bedrijven een aanvaardbare prijsstelling met zzp’ers en andere opdrachtnemers moeten nastreven. Dat kan door in de cao op te nemen dat voor vergelijkbaar werk in vergelijkbare omstandigheden ten minste 150 procent van het bruto uurloon wordt betaald aan een opdrachtnemer. Wordt er minder betaald, dan ontstaat vermoeden van werknemerschap. Dit sluit aan bij de uitkomsten van de commissie Boot.

Goed opdrachtgeverschap

Het is goed voor de opdrachtnemer, die dan beter betaald wordt, maar ook voor de samenleving. Wij krijgen niet langer de rekening gepresenteerd van zelfstandigen die niet verzekerd waren voor arbeidsongeschiktheid en pensioen. Laten we daarom aanhaken op de Code Verantwoordelijk Marktgedrag waarin goed opdrachtgeverschap als norm wordt vastgesteld, en die verschillende branches zoals de schoonmaak al gebruiken.

Een praktisch werkbare invulling van goed opdrachtgeverschap is de caoo (collectieve arbeids- en opdrachtovereenkomst), mogelijk gemaakt in de Wet CAO. Deze overeenkomst maakt de weg vrij naar een gelijk speelveld voor werkenden, ongeacht hun arbeidsrechtelijke status. Het uurtarief voor opdrachtnemers (minimaal 150 procent) biedt ruimte voor pensioenpremie en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hiermee wordt ook aan de verantwoordelijkheidszin van deze opdrachtnemers geappelleerd. Wachten op de uitkomsten van de moeizaam verlopende discussie over algemene basisregelingen, is dan niet nodig.

Ook pleiten wij voor een proeftuin, vergelijkbaar met de greenfields waarmee het ministerie van economische zaken de ontwikkeling van duurzame energie mogelijk maakt. In de proefperiode kan de cao worden ingevoerd, met arbeidsvoorwaarden voor werknemers én opdrachtnemers. Binnen de proef mogen één of meerdere sectoren tijdelijk van bestaande regelgeving afwijken. In die periode, van bijvoorbeeld twee jaar, kan verkend worden of deze collectieve overeenkomst werkt en wat de eventuele complicaties zijn. Zo kan in de praktijk worden onderzocht welke aanpassingen nodig zijn om die benadering breder uit te werken en permanent te maken.

Verbetering en verandering

Waarom vinden we dit zo belangrijk? De discussie over de aanpak loopt al jaren vast op het totaalprobleem. Het totaal benaderd vanuit het traditioneel gegroeid juridisch web. Een benadering met uitleg waarom het niet kan. Wij bepleiten een andere aanpak: we doen het en accepteren knopen onderweg. Starten vanuit de methodiek van Design Thinking bijvoorbeeld, vatbaar voor verbetering en verandering, voor een bepaalde branche en groep, overzichtelijk en aanspreekbaar. Vallen en opstaan, maar wel naar voren.

Er zijn branches die dolgraag willen, omdat ze simpelweg vastlopen of al vastgelopen zijn. En tijdens de pilot kunnen de pijlen op Europa worden gericht om het mededingingsrecht aan te passen aan de nieuwe maatschappelijke werkelijkheid. 

****************************************************************

Opinie in Volkskrant en Trouw op 18 April 2019